Hoe overleef ik mijn familie? Dat is als je het nuchter bekijkt de centrale vraag in het oeuvre van Griet Op de Beeck, en in haar nieuwe roman 'Let op mijn woorden' - deel twee van een trilogie die in 2017 begon met 'Het beste wat we hebben' - is dat niet anders. Een oneindige bron van ellende, die familie. Griet Op de Beeck is de chroniqueur van al die narigheid, en ze doet dat in 'Let op mijn woorden' zoals ze dat altijd al deed: vakkundig, met een scherpe neus voor menselijk onvermogen, maar ook voorspelbaar en eenduidig.
De afgelopen jaren werd Griet Op de Beeck omarmd door het grote publiek, na een indrukwekkend optreden bij Zomergasten en een aantal romans die gevoelige snaren raakten. Maar ze werd ook bekritiseerd om haar optreden in DWDD waarin ze vertelde dat ze via therapie herinneringen had teruggekregen over hoe ze in haar vroege jeugd door haar vader was misbruikt. De trilogie moest voor Op de Beeck het noodzakelijke boek worden waarin ze het thema misbruik uitb…Read more
Hoe overleef ik mijn familie? Dat is als je het nuchter bekijkt de centrale vraag in het oeuvre van Griet Op de Beeck, en in haar nieuwe roman 'Let op mijn woorden' - deel twee van een trilogie die in 2017 begon met 'Het beste wat we hebben' - is dat niet anders. Een oneindige bron van ellende, die familie. Griet Op de Beeck is de chroniqueur van al die narigheid, en ze doet dat in 'Let op mijn woorden' zoals ze dat altijd al deed: vakkundig, met een scherpe neus voor menselijk onvermogen, maar ook voorspelbaar en eenduidig.
De afgelopen jaren werd Griet Op de Beeck omarmd door het grote publiek, na een indrukwekkend optreden bij Zomergasten en een aantal romans die gevoelige snaren raakten. Maar ze werd ook bekritiseerd om haar optreden in DWDD waarin ze vertelde dat ze via therapie herinneringen had teruggekregen over hoe ze in haar vroege jeugd door haar vader was misbruikt. De trilogie moest voor Op de Beeck het noodzakelijke boek worden waarin ze het thema misbruik uitbeent. Na het toch wat magertjes ontvangen eerste deel is er nu 'Let op mijn woorden', het geheel onafhankelijk te lezen tweede deel.
In de eerste scène moet de vijftienjarige Lise dealen met het feit dat haar beste vriendinnen niet meer met haar om willen gaan. Klein leed, maar je ziet de beerput al op een kiertje gaan. De vriendinnen zijn Lises ruziënde ouders beu, dat is de oorzaak van de breuk. De onzekere Lise staat alleen met haar verdriet want haar vader wuift het weg en haar moeder bekommert zich enkel om haarzelf: nu staat zij in de hele buurt bekend als een ruziemaker. Lise is in het gezin de vredestichter, ze valt haar vader nooit af en probeert de zelfzuchtige grillen van haar moeder te kanaliseren. Die wankele thuisbasis wordt de bron van veel grotere problemen. Een sympathieke leraar ontfermt zich over haar. Daar kan natuurlijk alleen maar ellende van komen. In het tweede deel van het boek zien we Lise terug als 27-jarige arts-assistent in het ziekenhuis. Ze ontwikkelt een ernstige eetstoornis. Haar vriend, een populaire cardioloog, is zo'n kerel die tegen een vrouw zegt dat ze er goed uitziet terwijl ze zich doodhongert. Tot op de laatste bladzijde blijft het ongewis of Lise uit de neerwaartse spiraal weet te ontsnappen.
Op deze beknopte wijze samengevat klinkt 'Let op mijn woorden' als een young-adult roman, en ik moet zeggen: dat is het ook wel een beetje. Op de Beeck houdt ervan gedachten en gebeurtenissen meteen te duiden. "Ze voelde niks. Of misschien alles, dat kon ook." In een verpleeghuis: "Lise had het moeilijk met een plek als deze. Dat had te maken met het gevoel van stilstand, dacht ze, daar kon ze niet tegen." Dat dacht ze, een toevoeging die honderden keren in het boek zit, maakt zo'n zin nog levenlozer dan hij al is. De expliciete stijl is in deze roman wederom aanwezig net als de eenduidigheid.
Wie Op de Beeck leest, krijgt geen ruimte zelf na te denken of te twijfelen. Je krijgt het verhaal bijna vloeibaar toegediend, je hoeft alleen te slikken. We weten al hoe het afloopt met die relatie met die leraar: hij komt er mee weg en zij blijft verslagen achter. Ook het gevecht met anorexia verloopt precies zoals te verwachten is, zoals we het uit de handboeken of de akelige verhalen om ons heen kennen.
Maar daar hebben we geen literatuur voor, we willen geprikkeld en verrast worden, aan het denken gezet. Ik begrijp dat je dit bezwaar niet keer op keer moet aandragen bij een boek van Griet Op de Beeck. Je moet een boek sowieso nooit beoordelen op wat het niet is maar kijken wat het wél is of wil zijn. En het is allemaal heel invoelbaar, Lise's zelfhaat, hoe familie je blijft achtervolgen en niemand ooit echt verandert, dat éne yoghurtje dat ze zichzelf toestaat per dag te eten - liefst steeds een hapje minder. Maar ook als we het een bekwaam geschreven niet-literair probleemboek noemen, dan vraag ik af wie in hemelsnaam plezier zal beleven aan al die smetteloos opgediende rampspoed.
Hide text